Tweeduizendentien. Het werd stil en koud in de herfst en winter van tweeduizendentien. Mijn computermaat stierf en mijn thuis ging in vlammen op. Bij beide was ik degene die front-row zat. Alleen. Alleen met dat wat mij voor altijd veranderde.
Niemand was bij ons toen Kim en ik hoorden dat er kanker was. Niemand was bij ons toen we beslisten dat we zouden vechten. Niemand was bij ons toen we beslisten dat de behandeling zou stopgezet worden. Niemand was bij ons toen ik hem een laatste keer zag aan de vooravond van zijn begrafenis. Hij ging dood en ik bleef achter, alleen, met alle woorden en stiltes. Het was zo stil.
Het huis en ik waren alleen. Niemand was bij ons toen de vlammen “whooeosssh” deden. Niemand voelde de verschroeiende hitte. Niemand was bij ons toen het gerinkel klonk van de ramen die sprongen door de hitte. Niemand was bij mij toen ik ‘s avonds alleen in een vreemd huis in slaap viel bij het geluid van een tv. Het huis brandde af en ik bleef achter, alleen, met alle vlammen en de koude as. Het was zo koud.
Stress. Dat zijn periodes van extreme stress. Bij stress zijn er verschillende reacties: fight, flight en freeze zijn de meest gekende. Fight betekent vechten. Flight betekent vluchten. Freeze betekent (be)vriezen. Ik ben een Fight-persoon. Ik vecht. In extreme stress blijf ik kalm, neutraal, hou ik het hoofd koel en ga ik door. Ik krijg instantly een soort perspectief waardoor ik overzicht krijg. Alle emotie stopt en ik denk scherper, helderder en ben besluitvaardig. Ik neem altijd de correcte beslissingen. Ik ben diegene waarmee je in dat soort situaties wilt zitten. Ik ben diegene waarvan mensen achteraf zeggen “Amaai! Goed gedaan!”. “Amaai, chapeau, gij zijt sterk!”. “Best dat gij zo kalm blijft, zeg!”. Dat ben ik.
.
Ik ben diegene die een week na de stilte van Kim’s overlijden terug ging werken. Ik ben diegene die een week na de leegte van een leven in as terug ging werken. Ik ben diegene die een gat heeft van een dik half jaar, misschien zelfs langer, uit die periode. Ik heb er geen idee van, want alles wat ik toen schreef werd verwijderd, door mijn ex, omdat hij mijn blog beheerde. Hij was een notoir back-upper. IT’er. Goed in zijn vak. Toen ik hem verliet nam hij af wat mij nog restte uit die periode: mijn woorden. Alsof mijn leven, mijn woorden, mijn schrijven, het enige tastbare dat ik nog had van periode waardeloos was. Delete. Weg. Wat nog overbleef stak in dozen, en het was niet veel, want het paste perfect in mijn rode Citroën C1.
Met mijn dozen en rode auto ging ik bij Pieter wonen, mijn andere computermaat. Hij, samen met enkele anderen, plakte mij samen. Ze gingen bij mij op de grond liggen tot ik terug kon rechtstaan. Uiteindelijk leerden ze me terug stappen en zelfs lopen en dansen, allemaal terwijl de dozen in de garage stonden. Ik stond aan die garagedeur toen Pieter zei tegen het lief “Draag er goed zorg voor”, net voor hij de deur dichtdeed. Twee minuten later was er de eerste kus tussen het lief en ik. Die kus evolueerde naar samenwonen in een klein appartement en ik ging mee, met mijn dozen en mijn rode auto. We kochten een huis en ik werd zwanger. We bouwden een tiny house en ik werd Emma’s mama. De rode Citroën stond plots op een oprit met een autostoel erin. De dozen kregen een plek in de garage. Het huis werd verbouwd en Billie maakte ons gezin compleet. Een gezin met een rode auto, een bouwwerf en dozen in de garage die samen met de wereld in lockdown ging.
De rode auto werd vervangen door een zwarte gezinsauto, de bouwwerf werd een huis en de dozen kwamen uit de garage. De lockdown kreeg een exit-plan en ik boekte een vakantie naar Disneyland. Ik schilderde een kast en hing kaders aan de muur. Alle dozen gingen open en het huis werd een thuis.
.
Mijn jongste zus trouwde tien dagen geleden en ik zei op haar trouwdag: “Jij bent nu even oud als Kim was toen hij stierf.”. Dat was gelogen, want ze was zeventien dagen ouder. Tien jaar nadat ik de ergste dag van mijn leven had, beleefde zij in exact dezelfde levensfase de mooiste dag van haar leven. Een week later belde mijn mama. Ze lag in het ziekenhuis. Waarom doet er niet toe, wat er gaande is ook niet, maar ze zei: “De dokter zegt dat ik dan nog tien jaar te leven heb”. Tien jaar nadat ik de ergste dag van mijn leven had, kreeg één van mijn grote levensliefdes een houdbaarheidsdatum, net zoals Kim.
Ik zat in de zetel in mijn living op dat moment, in het huis dat ik deel met mijn man en twee kinderen. Voor de deur staat een zwarte gezinsauto op de oprit met twee autostoeltjes erin. Aan de muur hangen kaders en de dozen zijn leeg. De dozen zijn leeg, want ik ben thuis. Eindelijk thuis.
.
Tien jaar na de stilte en de koude is er terug geluid en warmte.
.
Ik zat in de zetel in mijn living op het moment dat mijn besef kwam, in het huis dat ik deel met mijn man en twee kinderen: er is terug geluid en warmte.
.
En in een seconde kan ik alles verliezen.
.
Ik ben bevroren toen. Ik ben die zetel amper uitgekomen. Ik deed wat ik moet doen op automatische piloot. Mijn enige besef was “ik heb Eliane nodig”. Eliane is mijn psychologe. De dag na mijn besef zat ik in haar praktijk. Dat was eergisteren. PTSD. Ik ben klaar met Fight. Het is tijd voor Feel. En zo begin ik aan een nieuw traject: traumaverwerking. Ik ben opgelucht en het komt goed. Dit is stap één. Dag twee. We’ve got this. Let’s rise.
Damn, wat een mooi warm artikel was, komt door één zinnetje een artikel waarbij kippenvel en koude rillingen de overhand nemen. Keep up fighting met heel het gezin en familie! Veel sterkte
Ik heb jouw mooie tekst een paar dagen moeten laten bezinken. Eén zinnetje katapulteerde me +-5j terug in de tijd.
Ik kan jullie maar één ding zeggen: herinneringen bouwen en bijhouden en er samen voor gaan. Jullie kunnen het en jullie raken zeker samen door deze moeilijke tijden.
Veel sterkte en veel goeie moed!
*knuff*
stil werd ik ervan