Vorige week verscheen deel 1 van mijn reisverslag naar Gotland, een eiland in Zweden. Dat verslag kan je hier lezen. Nu gaan we verder met het bestoefen van de Zweden, hun gastvrijheid, hun inventiviteit en hun prachtige eiland met een natuur waar woorden altijd tekort aan doen.
Eens uitgerust konden we terug grotere uitstappen doen, dus namen we de wagen en reden we naar het noorden van het eiland. We bezochten het eiland Furillen en laat me je zeggen: tot op heden is het de mooiste plek waar ik in mijn ganse leven ooit lunchte. Het eiland, dat 4 km² groot is, had decennialang enkel een steengroeve voor leistenen. In de jaren 70 werd het gebruikt voor militaire doeleinden. Daarna gebeurde er niets meer op het eiland tot 2000. Toen kocht een zakenman het eiland op, liet hij de gebouwen herstellen in hun oude glorie en plantte hij er een luxehotel neer. Je huivert, ik weet het, maar dit is Zweden, en de zakenman was een architect, die twee zaken zorgen ervoor dat het hotel niet hysterisch is, maar perfect opgaat in de omgeving. De natuur is er ongerept en overweldigend. Door de natuurlijke aanwezigheid van leistenen is het water rondom het kleine eiland van ‘t schoonste dat te vinden is op deze planeet.
Van de Furillen reden we door naar Bungenäs, waar er een fantastisch restaurant en een kunstgallerij is. In 2012, na een renovatie van twee jaar, waren de oude opslagplek van een kalkfabriek en hun torens opnieuw open voor het publiek. Na jaren verwaarlozing werd er terug leven geblazen in dit stukje Gotland, maar de surfers, die er ‘hun thuis’ hadden gevonden, zijn blijven plakken, wat zorgt voor een authentiek gevoel. Er is een ruime straal (ettelijke kilometers) rond de fabriek autovrij, waardoor het er ontzettend rustig is. Je parkeert je auto, laat geiten kauwen op de banden en ondertussen wandel je recht een sprookje in. Wij hadden er ‘fika’ op één van de mooiste plaatsen en ik bleef me verbazen aan de ongerepte natuur en de manier waarop de Zweden oude industrie een nieuw en kostbaar leven gaven. De regel die ze daarvoor hanteren is zeer simpel edoch geniaal: de oude gebouwen worden behouden en de architectuur is altijd ondergeschikt aan de natuurlijke omgeving.
Gotland heeft als eiland het gezelschap van enkele andere kleine eilandjes rond zich. Eén ervan is Fårö. In het noordoosten wordt deze plek gescheiden van Gotland door een smalle zeestraat: de Fårösund. Via een veerboot (duurt een kleine 10 minuutjes) kan je het eiland bereiken dat 113 km² groot is. Op die oppervlakte wonen zo’n 600 mensen, om maar te zeggen dat het daar wreed rustig is. Fårö speelde een belangrijke rol in de geschiedenis, zelfs tot aan de Koude Oorlog. Het was pas toen Zweden toetrad tot de EU (1994) dat het eiland toegankelijk werd voor buitenlanders. Tot dat moment werden die gemeden, en werd er ook strikte controle uitgevoerd op dat beleid. Wij reden er rond en moesten tientallen keren stoppen om schapen door te laten, want die hebben daar prioriteit op wagens, en wij vonden dat de max. We vergaapten ons aan de oevers van het eiland en werden meer dan eens overvallen door stilte. We verwonderden ons keer op keer over de ‘raukar’, zotte bouwwerken van moeder natuur, gemaakt door erosie in de kalksteen. We bezochten de vuurtoren van Fårö en gingen erna eten in een fenomenaal pannenkoekenhuis. ‘s Avonds sloten we de dag af terug in Visby, door een wandeling langs de binnenstad en de zee.
We gingen nog langs het zuiden, maar daar was niet ontzettend veel, behalve tonnen charmante huisjes en overweldigende natuurpracht. We stopten aan een vuurtoren en genoten van alles en vooral van niets. We sloten onze vakantie af met een rondrit per scooter. Het lief reed en ik gilde achterop omdat 30km/u veel te snel was en OF DIE NU HELEMAAL DOORSLOEG, MISSCHIEN? Hij gierde het uit en af en toe stopten we om te genieten van al het schoons onderweg. We passeerden langs een bakker met het schoonste terras ter wereld, aten er lunch en gingen achteraf nog wat slenteren in Visby zelf. We praatten over hoe schoon het was geweest en beloofden elkaar zeker meer van Zweden te ontdekken in de toekomst. Het moet zijn dat de dochter akkoord ging, want niet lang erna voelde ik ze voor het eerst bewegen. Onze laatste reis zonder kindje in onze armen was perfect. Het was tijd om naar huis te gaan, want het is zoals de Zweden zeggen: “Borta bra men hemma bäst.”
Heel levendig beschreven. 😃
Heerlijk… ik verloor ook mijn hart aan Zweden, haar inwoners en haar taal 💕
Oh, you can take me back to Sverige any day! (en zeker na het lezen van jouw verslagjes ;))