Gasten: dat gaat hier zo snel dat ik ondertussen al aan nummer 20 had kunnen zitten. De dochter ontpopt zich tot een meester in het gebruiken van taal en dan vooral in het gebruiken ervan om anderen te doen lachen. Het is vertederend om te zien hoe haar ogen flikkeren wanneer ze iets grappigs gaat zeggen en haar grijns te zien wanneer het ook effectief lukt. Ze test mopjes uit, en tweakt ze zelfs wanneer de reactie niet echt is zoals ze het wou. Het lief en ik staan erbij en kijken erna. Meer dan eens slaan we ons hoofd in onze nek en bulderen we het uit. “Emma is grappuuuug”, zegt ze dan, en wij? Wij beamen.
Lees maar even mee:
- “Ik hebbet genoeg”. Dat wil zeggen dat ze genoeg gegeten of gedronken heeft.
- “Aaananas”. All day. Every day. Met heel veel a’s vooraan. Als je er dan één open snijdt heeft ze genoeg na drie stukken.
- “Gelukte verjaardag”, toen ze haar neefje belde om hem een gelukkige verjaardag te wensen. Hoe schoon is dat niet? Gelukte verjaardag.
- “Een keer piepe?”, wanneer ze ergens in, onder of op wil kijken. “Piepe” zegt ze ook op een iets hogere toon. For cute, y’all!
- “Ik moet naar de ziekenhuis”. Ook dagelijks. Het zit zo: ons kind kan nogal eten schrokken, tot op het punt dat ze zelfs een olijf in één keer (dwars doorgesneden jawel) doorslikt. Dus dan zeggen het lief of ik dat ze rustig moet eten, en goed kauwen, want dat ze zich anders kan verslikken en dan naar het ziekenhuis moet. Dat helpt, want dan eet ze kalmer. Het enige nadeel is dat ze honderd keer per dag naar de ziekenhuis moet, want zoveel keer per dag doet ze haar wel ergens pijn.
- “Bloed. Kijk! Is bloed!”. Tijdens een wenmoment in school viel ze en bloedde haar tong. Mijn pull vol bloed, de hare ook, haar Nijn (knuffel) ook en ze moest dan nog eens haar mond spoelen wat zorgde voor een dramatisch beeld. Nu voelt ze wanneer ze pijn heeft en roept ze vol drama dat ze aan het bloeden is, om dat tot de vaststelling te komen dat het niet zo is en te zeggen dat ze toch naar de ziekenhuis moet.
- “Kleedje aan! Mama ook! Oooh mooie kleedje!”. Ze wil enkel nog jurken dragen, én ze blijft het koppig een ‘kleedje’ noemen terwijl ik koppig ‘jurk’ blijf zeggen. Ze prijst iedereen in de hemel dat een jurk draagt. Iedereen, ja: haar tantes, haar grootmoeders, haar mama, de marktkramer, winkelbediende of verzorgster in de créche. Als ge een jurk draagt is ze uw vriendin.
- “Emma is clown!”, terwijl ze rond paradeert met enkel sokken aan, of iets op haar hoofd. Of terwijl ze achterstevoren op haar potje zit. Of.. Of.. Of om het even wat waarvan ze denkt dat we gaan lachen.
- “We moeten nieuwe kopen”. Alles nieuw. Auto. Krijtjes. Huis. Bakstenen. Planten. Boeken. Noem het maar op en het passeert de revue. Me dunkt dat ze doorheeft dat je om het even wat kan aankopen. Nu nog het besef dat zoiets geld kost en dat mama en papa geen miljonair zijn.
- “hutis een moptjeeeeuuhh”. Echt. Sta me bij, want de helft van de keer lig ik plat van het lachen en de andere helft heb ik een verhoogde hartslag.
“Emma: “Ik heb pijn inne buik”
Moeder: “Oei! Waar? Hoeveel? Doet het hier pijn? *duwt* of hier? – direct bezorgd
Emma: “Ah neen, isse hik, was een moptje. Emma is grappuuuug. Hahahaha isse hik, mama! Ni pijn.”
Ze heeft de humor van haar vader. Dolletjes.
Kinderenmopjes, zalig. Bij ons wordt dan “mopje flauw mopje” geroepen.