Kent ge dat? Ge zit in de auto op weg naar huis en ge hoort een liedje passeren, ge vliegt terug in de tijd en lacht nekeer. Het overvalt mij vaak, zo’n liedjes, dus dacht ik er een paar te delen met u. Ge kent me al, maar ge weet niet hoe ik was en geloof me vrij: I’ve come a long way. “Misschien wel leuk om over te bloggen”, dacht ik, “zo vergeet ik dat nooit (alsof dat kan) en ligt het vast, voor later”. Sinds ik mama ben vind ik dat een upside aan het bloggen. Het is meteen een logboek.
Ergens begin jaren 2000 had ik een lief. A en ik waren twee jaar samen en achteraf bekeken niet voor mekaar gemaakt. Toch zal ik hem altijd dankbaar zijn, want hij kwam met een vriendenkring en collegagroep die de mijne werden. We hadden massaal veel leute samen, maar er was er één waar ik van hield: VDW. Lang, met een brilletje, zalige muzieksmaak, progressief, openminded, heerlijke humor en nog zoveel meer. Ik besefte dat toen niet, of stond er niet bij stil, maar hij was bepalend voor wie ik nu ben. De zotte linkse zelfzekere feminist die carrière maakt en zich goed voelt in haar vel. VDW en ik hadden een unieke band, van de beste soort. Wij waren maten. Niets complex, niets ingewikkeld, maar wel van de beste soort.
“Mina”, zo noemde hij mij. Hij alleen mocht mij zo noemen en nu nog, wanneer iemand mij zo aanspreekt zeg ik: “Neen, Romina”, want Mina is van hem. Misschien is dat raar, ik weet het niet. In mijn hoofd is dat normaal. Het zal altijd bij hem horen, zoals basketbal dat doet en U2. Als je in mijn hart kijkt staat daar ergens VDW, want in een periode dat ik enkel wou vluchten, nog het liefst van mezelf, bleek hij mijn rustpunt te zijn. Die Mina van toen, die was ongelukkig met haarzelf en wilde vluchten. Vluchten van haar leven thuis, vluchten van haar omgeving, vluchten uit haar dorp en vluchten ver weg van haar ouders. Ik had net mijn rijbewijs en begon de wereld te ontdekken. Er waren de computermaten, maar in de weekends ging ik vanachter mijn PC en vond je me in Brugge, bij VDW. Bij hem thuis was ik veilig. Hij luisterde, kalmeerde me (als ge peinst dat ik nu drama heb, ik ben een watje vergeleken met toen), gaf me advies, echt oprecht goede raad en stimuleerde me enorm om verder te kijken dan wat ik zag.
Mijn omgeving bestond uit cliché West-Vlaamse arbeiders, inclusief gesloten houding en dat wrong bij mij. Hij trok mijn blik open. Hij leerde mij muziek kennen, wat van kunst en ook van reizen. We gingen naar Barcelona, Amsterdam en zelfs Disneyland. Waar A. zaagde en wou gaan slapen trokken wij ons schouders een keer op en gingen we door. Muziek begon een passie te worden, net als optredens bezoeken. Plots zat ik in een basketbaltribune “Defence!” te schreeuwen, en dat was normaal. Ik vond dat zo bevrijdend. Homo’s? No problem. Racisme? Voor domme mensen. De wereld? Aan uw voeten. Eten? Proeven! Bier? Zekerst proeven en achteraf de smaak nog een keer verifiëren ook. De combinatie zorgde ervoor dat ik me nog minder thuis voelde waar ik thuis hoorde te zijn en dat ik mij zo fucking verloren voelde dat ik schrik had de weg echt te verliezen.
Hij was het soort maat die altijd voor mij klaar stond. Mind you, we spreken hier over de tijd van de Nokia 3310’s en inbelverbindingen, dus dat was niet zo evident als nu. Op het dieptepunt gaf hij mij een sleutel van zijn voordeur. Zomaar. Omdat hij wou dat ik altijd een thuis zou hebben waar ik me goed voelde. Wat toen zijn huis was herinner ik me glashelder. De Malibukast, zijn keuken met bar. En maar tateren terwijl hij eten fixte. Zijn trap, zijn zetel, zelfs zijn toilet. De schuif vol CD’s, die leidde tot wilde verhalen over die keer dat hij per ongeluk Tupac zag. De couchsurfers die hun cultuur en gewoontes deelden en ik snoof alles op. Het deed me dromen van meer en geloven dat ik het nog kon bereiken ook. De wereld was te groot en ook te klein, al een chance had ik iemand gelijk hem.
A. en ik gingen uit elkaar en (true story) ik ging naar B. Een kerel die ik leerde kennen via VDW en zelfs toen veranderde er niets tussen VDW en mij. De afspraken, het meeten en de zottigheden gingen door. Ik werd wat wilder en een durver. We gingen uit tot een kot in de nacht en er werd gelachen en gedanst. Soms werd er al een keer gedronken en er zijn tijden geweest dat de sigaretten prettig waren. Tijdens zo’n avond zat ik bij hem thuis op de zetel. Te praten en whatever te doen dat je dan doet. Hij zette de tv op en ik zag een clip. Bejaarden die hun rollator boven hun hoofd schudden. Ik ging dubbel van het lachen en kwam niet meer bij. Ik heb (of zo herinner ik het mij) echt gelachen tot ik buikpijn had. Enorm prettig. Als ik er nu aan terug denk waren we onbezonnen en aan het genieten van die impulsiviteit die je enkel kent wanneer je zo jong en vrij bent.
Vandaag zat ik in de auto en passeerde het rollator-liedje. Ik had een grijns en was even terug in 2004. Mijn hoofd sprong van de ene herinnering naar de andere. Wij hebben geen contact meer, wij twee. Geen idee hoe het komt. Nam ik hem als vanzelfsprekend? Of hij mij? Heb ik iets verkeerd gezegd of gedaan? Was het op of zaten we in zo’n periode in ons leven dat dat soort dingen gewoon gebeuren? Er was geen drama of afscheid. Gewoon een steeds langer wordende stilte. Soms is het gewoon zo en dan herinnert je hart je er opeens weer aan wie er allemaal een deeltje van bezit.
Deze is voor u, VDW, ter ere van de prettige tijden, want het moet niet altijd U2 zijn.
Dat het hier niet meer zal zijn zoals ervoor zal wel geen groot nieuws meer zijn, maar bij deze is het bevestigd. Elke week een vaste rubriek en de druk die me dat gaf is de reden waarom het uiteindelijk stil bleef, dus nu is het zonder rubrieken op vaste dagen, hoe plezant ze ook waren. Ze zullen er nog zijn, maar minder frequent. Zo ook deze.
Goh waar is de tijd?! Vrij en onbezonnen is idd maar een periode, maar eentje waar ik ook veel plezier in beleefd heb.
Vrienden komen en gaan en sommige nemen idd een stukje van je hart mee en dat besef je pas achteraf. Wie weet hebben jullie hierna weer contact.
Wekelijkse blogthema’s leggen inderdaad een serieuze druk op. Dat in combinatie met een gezin en fulltime werken en alles errond is soms moeilijk combineerbaar. Vandaar dat het bij mij ook met periodes is. Het belangrijkste is, dat er een naslag is voor later. Een soort ‘dagboek’ zeg maar. Succes!
Mooi, iedereen verdient een VDW in zijn/haar leven.
Doe vooral je eigen ding met je blog! Ik genoot altijd erg van Geweldig & Gênant, maar dat hoeft zeker geen wekelijkse rubriek te zijn, he. Jouw blog, jouw wetten.
Op je blog doen wat je zelf wilt, dat is toch het fijnste dat er is?
Wat een heerlijke vriendschap moet me dat geweest zijn! Heb je de sleutel van zijn huis nog? 🙂 Hopelijk krijg je snel terug contact, maar misschien wordt het nooit meer hetzelfde… Heerlijk dat je dankzij hem geworden bent wie je nu bent.
En het liedje… Tjah… Niet mijne meug 😉
Mijne ook niet. Zijne ook niet. Net dat is de grap. De sleutel heb ik altijd bewaard met de belofte aan mezelf dat ik ooit zelf ging zorgen voor zo’n thuis. Helaas verloren in de huisbrand van 2010. En wat komt, dat komt. Ik ben vooral dankbaar dat ik altijd zo’n mensen heb gehad in mijn leven.
Schoon verhaal. Ergens denk ik VDW te kennen, of het lijkt in elk geval op iemand die ik zou kunnen kennen. Brugge, basketbal en couchsurfers, ah ja. 🙂