Er was afgesproken dat ik elke vrijdagnammidag naar het opleidingscentrum van de VDAB zou gaan tijdens mijn stage. Het was een voorstel dat ik zelf maakte, want het was normaal gezien nog net wat te vroeg om al te stoppen met de cursus. Er waren enkele klasgenoten die vertrokken naar Londen via het Leonardoproject, terwijl anderen verder deden met de opleiding. Afscheid nemen was voor een later tijdstip, want we gingen elkaar nog genoeg zien. Eens ik met mijn stage startte bleek het onmogelijk om mijn werk samen met mijn taken voor de VDAB te combineren, dus werd er beslist in samenspraak met mijn stagementor dat ik full-time stage ging doen. Na mijn stageperiode krijg ik een IBO, gevolgd door een vast contract, dus de focus werd volledig op mijn werk gelegd.
Zelf was ik enorm blij met de regeling. Het enige dat mij dwarszat waren de klasgenoten. Er is geen einde aan dat hoofdstuk. De laatste keer dat we elkaar zagen werd er: “Joooow, tot de volgenden hé!” gezegd en nu blijkt dat ‘de volgende’ niet meer komt. Zelf ik heb ik dat nodig om dingen af te sluiten, al was het maar om elkaar toe te voegen op Facebook. We hebben elkaar quasi dagelijks gezien gedurende vier maanden, dus dan is er een band. In het begin zijt ge vreemden, maar algauw komt ge ‘s avonds thuis en geeft ge updates over het leven van uw klasgenoten. Een mengeling van leeftijden en afkomsten in hetzelfde schuitje zorgt voor ambiance, ge weet altijd wat te vertellen wanneer ge thuiskomt.
Die vier maanden waren intens, want het was voor iedereen een nieuwe ervaring en niet meteen de beste ook. De frustraties die ik had met de opleiding hadden zij ook en dan laat ge stoom af bij elkaar. Ge leert elkaar kennen ook. Het duurt niet lang voor ge weet wie de luidruchtige is en wie de introvert is van de bende. Ge komt dingen te weten over hun gezinsleven of hun favoriete voetbalploeg. De Buffalo en ik deden elke maandag ons ‘voetbalklapke’. Er was een meisje die me kwam vertellen dat ze zwanger is en ik was zo gelukkig voor haar dat ik bijna moest bleiten. We waren zo verschillend allemaal en dat maakte het echt de max voor mij. We hielpen elkaar waar we konden en lachtten serieus wat af. Elke middag zaten we ook samen om te eten. Dat vond ik het gezelligst: ‘s middags met zijn allen rond tafel en een klapke doen, over vanalles en ook niets.
De laatste twee weken liep ik te denken hoe dat nu verder moest. Hoe ik afscheid kon gaan nemen zonder al teveel drama. Mijn gedachten gingen uit in de richting van cupcakes bakken met wat leutige tekstjes op, cliché, maar ook wel plezant. Degenen die op stage zitten in het buitenland zou ik een mailtje kunnen sturen met een leuke selfie. Ja, dat ging mij wel lukken. Tot ik vandaag een bericht kreeg van een klasgenoot met als onderwerp: ‘Belangrijk bericht’. De eerste vraag was één die informeerde hoe het ging op onze stages. “Onze stages? Ahja, gericht aan iedereen. Tiens, zo raar.”, dacht ik nog. Ik las verder en kwam bij de zin: “…vernamen dat onze collega uit het leven is gestapt.”, gevolgd door: “… is de uitvaart. We zullen die allen bijwonen”.
Het laatste wat ik tegen die collega zei was: “Zeeeeg, salut en tot morgen, hé!”.
Ik had er geen idee van dat morgen nooit meer zou komen.
Om stil van te worden.
Meer durf en kan ik daar niet op zeggen.
Amai, daar wordt ne mens stil van…
Rominatje, tis niet te doen jong… En wij gaan allemaal wel ooit uit mekaar he… Ma niet op die manier toch… Pffff
Oh nee! Rillingen over heel mijn lijf nu.
Sterkte, aan u en die andere collega’s!
Zo’n nieuws wil je nooit krijgen… 🙁
Oei, Romina zoiets blijft aan je lijf plakken … Sterkte aan alle betrokkenen !
Wat een vies nieuws om te krijgen. Veel sterkte voor jouw en je klasgenoten
Oh neen, vreselijk.
Voor de achtergebleven mensen is het meestal onbegrijpelijk. Zelfs voor diegenen die er dicht bij staan.
Mijn eerste man is ook onverwachts uit het leven gestapt. Ik begrijp nog steeds niet waarom hij dat kunnen doen heeft.
We hadden zoveel om voor te leven..
Voor vrienden en buitenstaanders is het dan nog veel onbegrijplijker.
Toch mag je daar niet teveel bij stil staan want ‘t leven is altijd vooruit!