Ik wil vertellen over mijn beste maat. Al lang wil ik ulder daarover vertellen, eigenlijk sinds 2010. Duusd keer heb ik dat verhaal geschreven en weer verwijderd of stof laten vergaren in een hoekske op de computer. Het lukt mij niet om dat te vertellen en dat is zo’n zonde, want het is zo’n schoon verhaal.
Ik wil vertellen over hoe wij op het internet zaten, onze tijd en ons diploma te verspelen, levend in angst dat ze thuis den telefoon zouden oppakken en dat het gedaan was met de leute. Over hoe mijn moeder riep dat ‘die maten van in de computer niet echt waren’ en achteraf toegaf in een huis vol computermaten dat ze mis was geweest.
Ik wil vertellen over de website die hij bedacht en hoe Pieter en ik daarin meerolden. Over hoe simpel en geniaal dat was en hoe ver het u kan brengen als kinders, want dat waren we toen: kinders. Over hoe we een ploeg hadden en ik daar verantwoordelijk voor was. Over de 15000 foto’s die we goedkeurden op één nacht, de nieuwsbrieven, de blogposts, de vipchats, de migraties, de bakken frieten en de dt-fouten die hij altijd maakte. Ik zaagde daarover en hij rolde met zijn ogen. Over dat dat groeide, die website, samen met ons en dat er grote meneren waren die met geld kwamen zwaaien omdat wij dat zo goed deden. Over hoe we bovenaan de wereld stonden, zonder diploma, drie gasten met karakter en een computer.
Ik wil vertellen over hoe lastig hij was door de zeer in zijne kop en hoe beu ik dat was na een half jaar. Over hoe ik hem binnenbracht op de spoed en hoe hij mij belde twee dagen later, om te zeggen dat het kanker was – Nasopharynx Carcinoom, stadium 4 – en hoe dat ons neersloeg. Over hoe ik stopte met werken, bij hem ging wonen en toekeek hoe hij door de hel van chemo en bestralingen ging. Over de bomma met haar verse soep, altijd. Zelfs ‘s nachts, want: “ge zult daarvan aansterken”. Over hoe ik een maagsonde leerde uitkuisen en we schietgebedjes deden (serieus, echt) wanneer de dokter zei: “we hopen dat hij morgen nog haalt”, tot twee keer toe. Over hoe dat ons niet tegenhield en wij koppig die website verder uitbouwden.
Ik wil vertellen hoe we geregeld gingen eten in Antwerpen met ons drie. Hoe dat dat één van mijn schoonste herinneringen zal zijn, zelfs al word ik honderd. Hoe zijn mama van het kastje naar de muur vloog om papieren te regelen en hoe frustrerend die papierwinkel was. Hoe we zijn haar blauw kleurden want “ahja, het gaat toch uitvallen” en het dan helemaal niet uitviel. Hoe we ons ziek vraten aan m&m’s uit de automaten in ‘t kliniek, goed wetende dat hij ze ging uitkotsen. Hoe we uren in stilte zaten, zonder een woord te wisselen, maar wel bij elkaar en voor elkaar. Wat dat met je doet als ge zo jong zijt.
Ik wil vertellen over hoe we voorzichtig ademhaalden toen we het woord ‘remissie’ hoorden en hoe hard het godverdomme aankwam toen we datzelfde jaar nog hoorden: “het is terug, en uitgezaaid, ge gaat nu echt dood”. Over die keer dat hij mij belde, al bleitend, ik in mijn auto sprong en dat we zijn begrafenis ‘regelden’. Over die keer dat hij midden in de nacht belde, ik in mijn auto sprong en we met het opkomen van de zon wisten: ‘Het is genoeg geweest, al die chemo, 25 jaar is oud genoeg‘. Hoe hij belde omdat hij besefte dat zijn geheugen werd weggevreten door een tumor en hoe absurd zoiets is. Hoe hij mij belde want: “Wete gij of ge Sabam moet betalen in de kerk?”. Over hoe hij belde voor alle grote en kleine dingen, de onnozelste eerst en over hoe ik dat mis, nu nog altijd.
Ik wil u zoveel vertellen. Zoveel. Over hoe hij besliste dat hij dan maar net zo goed dood kon gaan in primetime op de tv en hoe kwaad ik daarvoor was. Hoe rap we dat weer bijlegden en hoe hij er mij altijd mee heeft uitgelachen, dat ik kwaad durfde zijn, zelfs al ging em dood. Over die keer dat Linde mijn mail doorspeelde aan Tomas en Tomas die voorlas terwijl hij aan de telefoon was. Hoe hij zonder twijfelen wist dat die mail van mij kwam en hoe iedereen die ons kende was beginnen bleiten, om kwart na acht ‘s ochtends en dat ook sms’te naar ons. Over dat ik nooit op tv kwam en de Pieter ook niet, omdat dat voor ons niet moest. Hij begreep dat en vanaf dan gebeurde het klappen, bleiten, lachen en vloeken achter de schermen.
Ik wil u vertellen over hoeveel pijn het deed toen hij dood was. Wat voor een kloteboel dat er achterbleef en wat dat met mij deed. De boekskes, de tv, de gazet. Overal was iedereen met een mening en ik kon alleen maar denken: ‘mijn beste maat is dood.’. Over hoe moeilijk het is om woorden te bedenken wanneer ge met een alcoholstift boven een blanco kist staat want “Coo-oool Romina, ik ga iedereen laten schrijven op mijn kist!”. Hoe moeilijk het was om een tekst te schrijven en die voor te lezen op zijn begrafenis. Over hoe mijn hart nooit meer volledig gelijmd zal worden nadat ze zijn kist naar buiten droegen op ‘The Show Must Go On’ van Queen, want “Romina, dat gaat echt wel ferm zijn.”. Dat was het ook, hij had gelijk.
Ik wil u vertellen over hoe schoon wij drieën waren als maten. Hoe ik alles mis, hem en onze gesprekken, hoe belachelijk ze ook konden zijn. Over hoe hard het mij gebroken heeft en hoe hard ik heb gevochten met mezelf en de wereld. Over hoe enorm veel Pieter en ik van elkaar houden, omdat we hem gemeen hebben. Hoe we weten dat dat voor altijd zal zijn. Over hoe mijn papa en mijn broer er waren op zijn begrafenis, voor mij. Hoe onze maten ons achteraf collectief hebben samengeraapt, met hoopjes en beetjes. Soms met de moed der wanhoop, maar altijd met liefde. Zoveel liefde, ge kunt u dat niet voorstellen. Ik wist niet dat er zoveel liefde bestond.
Ik wil u vertellen dat het oktober is en wat de herfst met mij doet. Hoe dat in mijn hoofd samengaat met een liedje, over herfst en doodgaan. Dat ik daar dik vijf jaar geleden over blogde en hij mij belde en zei dat hij van me hield. Dat ik daarvoor dankbaar ben, dat we dat soort maten waren. Vier jaar geleden was zijn verjaardag op vier oktober. Hij ging dood op zeven oktober en werd begraven op zestien oktober. Het is herfst en ge begrijpt, ik heb het daar moeilijk mee. Ik wou dat ik er u erover kon vertellen, maar ik vind de woorden niet.
Pakkend Romina. Krijg de krop in mijn keel. Heb er ook met plezier voor gewerkt al was het niet altijd makkelijk qua tijd. Toch was het een van mijn beste ervaringen in de online wereld tot nu toe.
Ynwa!
zo mooi geschreven! De tranen rollen over mijn wangen. Sterkte lieve meid. knufknuf
Lang geleden dat ik zoiets moois gelezen heb. Heel herkenbaar. Hopelijk kan je je deze herfst omringen met goeie mensen.
Het is voor zulke schrijfsels dat ik blijf rondhangen in blogland. Omdat ge bij elk woord voelt dat het recht, recht uit het hart komt. Heel mooi! En ik wens je een zonnige oktober toe, om het allemaal wat draaglijker te maken.
Wow .. veel meer kan ik daar niet van zeggen. Ik wens je veel sterkte toe en nog veel meer liefde!
Zo mooi geschreven, recht uit je hart. Kiekenvel had ik er van toen ik het las…
Prachtig geschreven! Zoals velen het denken, maar niet op “papier” krijgen… 😉
Sterkte!
Dit is de eerste post die ik van je lees, door op een linkje te klikken op Lilith haar Facebookpagina.En nu zit ik met een serieuze krop in mijn keel en tranen in mijn ogen. Dit kon tellen als introductie. De liefde spat eraf, net als de pijn.
Ik wou zeggen mooi, maar dat is een misplaatst woord vind ik, al is het prachtig geschreven.
Ik kreeg kippenvel en moest een traantje wegpinken.
Veel sterkte deze herfst en probeer je vast te houden aan alle goede herinneringen.
Liefs,
Stephanie
En dat terwijl ik een bericht postte over lachen. En hoe dicht dat soms ook bij huilen staat.
Ik las je bericht in de auto en zat te bleiten naast mijn lief en kon het niet uitleggen. Zo mooi wat jullie hadden. En zo oneerlijk.
En hoe graag je een onbekende eens wil knuffelen.
Ik ben nu al gans de dag met tussenpozen aan het snotteren, vanochtend al pratend tegen de buurman die recent zijn zoon verloor, vanmiddag door een blètfilm in de cinema, vanavond door grote dochter die emotioneel werd bij iets uit het verleden. Dit kon er dus ook nog bij.
Wat heb je dat toch mooi verwoord ! En uiteraard blijft dit een gemis in je leven …
hey Romina, ik lees deze post nu pas… het grijpt hier naar mijn keel. Alsof ik bijna kan voelen hoe jij je voelde, ook al is dat natuurlijk iets wat nooit echt kan tenzij je er zelf door moet. Mijn beste maat heeft ooit een tijdje op intensieve gelegen, dat we ook niet wisten of het wel goed kwam. Maar hij is er gelukkig door geraakt. Ik mag er niet aan denken hoe het zou geweest zijn mocht het niet zo zijn. Die hartzeer die je beschrijft…. ik ben er ff ni goe van.